Je kan je afvragen: kan een theatervoorstelling over het ontstaan van het Verenigd Europa belangstelling wekken bij het grote publiek, daar waar uit opiniepeilingen blijkt dat de doorsnee Vlaming geen te hoge pet op heeft van Europa? Het antwoord is ontegensprekelijk ‘ja’ als je je verlaat op de enthousiaste reacties van een uitverkocht Vilvoords Bolwerk en het minutenlange applaus aan het einde van het wervelende verteltheater ‘Dit is Europa’. Als bedenking hierbij kan je je de vraag stellen of voor dergelijke voorstellingen niet alleen fans van het project Europa opdagen, mensen die het allemaal wel weten en idee en uitwerking genegen zijn. Grote afwezige lijkt wellicht diegene die niet zo thuis is in de materie, op indrukken steunt om zijn kiesgedrag te bepalen en vanwege een volslagen desinteresse afhaakt.
Hendrik Vos is professor Politieke Wetenschappen aan de universiteit van Gent. Spreken en discussieren over de Europese instellingen, de besluitvorming in Europa en Europese politiek in het algemeen is zijn tweede natuur. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij zijn kennis over het ontstaan en de evolutie van de Europese Gemeenschap heeft neergepend in ‘Dit is Europa’ en op basis van zijn boek een humoristische theatervoorstelling in elkaar heeft geknutseld waarmee hij langs Vlaamse culturele centra toert en (in het Engels) op internationale podia schittert.
Bij het begin van zijn verhaal trekt Vos een werkoverall aan om de sfeer te scheppen waarin de Europese eenmaking stukje bij beetje en met veel bloed, zweet en tranen werd bewerkstelligd. Gedurende anderhalf uur leidt hij ons van het allereerste begin met Robert Schuman en Jean Monet, geïnspireerd door de communist Altiero Spinelli, over de Frans-Duitse entente, gesymboliseerd door de hartelijke vriendschap tussen Francois Mitterrand en Helmut Kohl, naar het huidige Europa waarin tussen landen nog steeds gebekvecht wordt, maar in tegenstelling tot voorgaande eeuwen de onenigheden niet meer op het slagveld worden uitgevochten. Begeleid door de Nederlandse cellist Frans Grapperhaus loodst hij ons van de ene grappige anecdote naar de andere en lachen we hartelijk om de cello spelende Luxemburgse minister van Buitenlandse Zaken Joseph Bech, de ondertekening van het blanco Verdrag van Rome (1957), een met een klompje boter worstelende Jean-Luc Dehaene tijdens een ontbijtvergadering van ministers van de Benelux en de aanstelling tot commissievoorzitter einde twintigste eeuw van de Luxemburger Jacques Santer die vanwege een alcoholverslaving Sancerre werd genoemd.
Decor van de voorstelling zijn een vijftiental houten blokken die door Grappenhaus en Vos in de loop van de voorstelling verplaatst, opeengestapeld en weer neergehaald worden en achtereenvolgens dienst doen als zitbank, podium, spreekgestoelte, grens van de afzonderlijke landen, muur van Berlijn, vertegenwoordigers van diverse landen in vergadering en soldatenkerkhof. Als Vos zijn werkmansplunje uiteindelijk afstroopt en opnieuw overgaat naar zijn eigen dynamische en wervende zelf, komt de uiteindelijke bedoeling van zijn voorstelling tot uiting: mensen ervan overtuigen dat de Europese Unie, ondanks het oeverloze gepalaber, de trage besluitvorming en de noodzakelijke compromissen, te verkiezen blijft boven een oorlogszuchtig Europa waarvan zinloze massaslachtingen zoals bij Verdun tijdens WO I het symbool waren. We worden ter illustratie daarvan zelfs vergast op een heuse rap à la Hendrik Vos waarbij kompaan Grapperhaus voor de tweede keer een cello-orkest via zijn looper tevoorschijn tovert.