Skip to content Skip to footer

Oudejaarsavond

Het is de laatste avond van het jaar. Waaraan denkt een mens zoal als hij een plaspauze inlast? Hij kijkt door het wc-raampje naar buiten en vindt dat enkele minuten filosoferen op dit moment geen kwaad kan. Of nee, hij gaat de tuin in. De stilte overvalt hem. Hert lijkt wel de stilte voor de storm. En de storm, dat zijn de vuurpijlen die zo dadelijk de lucht zullen worden ingeschoten, nog voor de klok twaalf keer heeft geslagen, ondersteund door vreugdekreten en dronkemansgezang terwijl opgeschrikte honden angstig ronddazen onder het knetterend en spetterend geweld van dolgedraaide papa’s.

Maar dat is voor later. Nu kijk ik naar de hemel en ik verwacht een pikzwart zwerk bezaaid met tientallen vrolijk flikkerende sterren die als miniscule diamantjes op een feestjurk van Gucci symbool staan voor al de mooie momenten die ons het komende jaar te wachten staan. Alsook voor de hoop, aangezwengeld door de aandoenlijke speech van Mohammed El Bachiri in De Afspraak. Mensen van goede wil, weet je wel. Bestaan die nog of hebben ze zich verscholen in het duistere hol van de angst? 

Ach nee, de hemel is niet pikzwart. Ik zie wolken die een toverachtig grijs deken over de duisternis spreiden. Een gigantische teleurstelling. Sterren zijn nauwelijks te bespeuren alsof ze ons met gesmoorde stem proberen duidelijk te maken: vergeet die mooie momenten. Dromen zijn bedrog en nieuwjaarswensen vluchtig. Ze worden nooit gerealiseerd. Staan jullie niet met beide benen op de grond misschien? De nieuwjaarsnacht waarnaar we verlangen wordt niet op bestelling afgeleverd hoe graag we het ook zouden willen en optimisme is niet meer gerechtvaardigd na de rampspoed van de afgelopen maanden.

De stilte die ik meende te horen wordt nu met vlagen verbroken door de ‘Marie Louise’ van Willy Sommers en enthousiast klinkende stemmen. De poes van de buren schuurt langs mijn benen alsof ze me nu al een knuffel wil geven vooraleer anderen het overnemen als de hel losbarst. Ik streel ze over haar warme pels waarna ze zich zachtjes miauwend naar de aangrenzende tuin begeeft.

Ik denk aan de alleenstaande die misschien, net als ik, naar de hemel staart en op vrolijker tijden hoopt, maar wel de nieuwjaarsnacht zo vlug mogelijk voorbij wil zien trekken. Mijn eenzaamheid heb ik voor even gekozen, hij niet. Ik kan nu binnengaan, opnieuw deelnemen aan de geanimeerde gesprekken van familie en vrienden en het glas heffen op het nieuwe jaar. Op hem wacht evenwel niemand. Hij is veroordeeld tot een eenzame opsluiting van onbepaalde duur. Ik voel een melancholische bui op me afkomen en haast me naar de woonkamer vooraleer ze helemaal bezit van mij neemt. Zal ik vanavond de zatte nonkel spelen?

Reageer hier