Skip to content Skip to footer

Het toverstokje van QuentinTarantino

Toen we onlangs de instrumental ‘Misirlou’ aan het instuderen waren voor ons eerste officiële optreden als Belgian Brand, werd er enthousiastgedaan over ‘Pulp Fiction’, de film die met dit nummer op de soundtrack van start gaat. Groot was de verbazing van de bandleden dat ik de prent nooit had gezien. Een immens gat in mijn cultuur, verzekerde men me, en ja, ik moest het ootmoedig beamen. Zoals algemeen geweten verloopt niet alles in het leven op bestelling en mist men soms belangrijke evenementen door omstandigheden. Of omdat er oneindig veel excuses kunnen worden verzonnen. Of omdat men bepaalde principes huldigt. Ik wist dat de films van Tarantino berucht zijn vanwege het rauwe en gratuite geweld en hij niet op een liter ketchup kijkt om zijn producties ‘kleur’ te geven. Omdat geweldfilms nu eenmaal mijn ding niet zijn, was dus ook ‘Pulp Fiction’ en het werk van deze cineast aan mij voorbijgegaan. Tot op de dag dat ik een jubelende recensie over ‘Django Unchained’ onder ogen kreeg en ik per se mijn gelijk bevestigd wilde zien. Als liefhebber van het betere artistieke werk trok ik mezelf over de streep en besloot voor één keer for arts’ sake mijn weerzin te overwinnen en de grote Amerikaanse regisseur recht in de ogen te kijken.

Nooit eerder ben ik meer tot het besef gekomen dat alles en iedereen een kans verdient om zich te bewijzen. Immers, compleet van mijn sokken geblazen ben ik na afloop de bioscoopzaal uitgesukkeld. De confrontatie met mijn principes was een eye-opener van jewelste. Alleen al vanwege de scène die mijn zekerheden aan het wankelen bracht: een vluchtende slavendrijver wordt gespot, er volgt een goedgericht schot en de hagelwitte bloemen aan de kant van de weg worden met diens bloed besprenkeld. Het klinkt niet zosensationeel als de kijkervaring, maar vanaf dat moment wist ik dat niets meer als vroeger zou zijn. Geweld en esthetiek, een onmogelijke combinatie, maar niet voor meester Tarantino.
 

Ik geef toe: het geweld in deze spaghettiwestern wordt niet altijd even verbloemd in beeld gebracht, met als gevolg dat schietpartijen slapstick worden met bloedfonteintjes die uit dodelijk getroffen slachtoffers spuiten. In de ogen van Tarantino lijken mensen op walvissen. Buiten de esthetische pareltjes bevielen me vooral de sprankelende dialogen.De vaak lichtvoetige en met ironie gekruide gesprekken zijn momenten van puur genot voor de filmliefhebber dankzij steracteurs Christoph Waltz en Jamie Foxx geassisteerd door een sterk op dreef zijnde Leonardo di Caprio. En met de door Monty Python geïnspireerde scène waarin een bende would-be Ku Klux Klanleden zich beklaagt over de slecht geknipte gaten in hun kap heb ik smakelijk gelachen. Trek ik nu een parallel met de mannen die Playboy voor de interviews kopen?

Met ‘Django Unchained’ kwam ik niet alleen tot het besef dat ook het brutaalste geweld op een artistiek verantwoorde manier in beeld kan worden gebracht, maar vooral dat door een hardnekkig vasthouden aan principes veel moois aan de mens voorbijgaat. Mijn weerzin voor geweld en geweldfilms bleef na het zien van ‘Django Unchained’ weliswaar overeind, maar vreemd genoeg ontwikkelde ik een zwak voor Quentin Tarantino. Na Django’s wraakmissie zette ik me aan ‘Unglourious Basterds’ waar ik nogmaals met de magistrale Christoph Waltz werd geconfronteerd. De sprankelende dialogen met Waltz en Brad Pitt kletsten rond mijn oren en bezorgden me tweeënhalf uur binnenpretjes. De openingsscène waarin Waltz als Duits SS-officier met een jodenvriend een speelse conversatie voert en de man, zonder dat hij het beseft, in de val lokt, is illustratief. Voor mij een iconische scène die de regisseur ten voeten uit tekent en de toon zet voor de rest van de film.

Ik ben geen filmkenner en zou er nooit in slagen om een film deskundig te analyseren, maar ik voel wel het verschil aan tussen bullshit en kunst en voor mij neigt Tarantino naar kunst en behoort hij tot het kransje regisseurs dat erin slaagt om keer op keer de kijker aan het scherm gekluisterd te houden, ook wie niet op geweld kikt. Natuurlijk zijn niet alle films van zijn hand meesterwerken pur sang en herhaalt hij zich wel eens, maar toch slaagt hij er in je op een of andere manier te raken en dat kunnen alleen de allergrootsten. Als ik naar Tarantino ga kijken is het mij vooral om de speelsheid te doen,de ironische maar ook sarcastische touch die de waanzin in een ander perspectief plaatst.

Twijfelen deed ik dus niet toen Q2 onlangs ‘Pulp Fiction’ programmeerde. De ongelovige blikken van mijn collega-muzikanten stonden in mijn herinnering gegrift en aangegeven culturele gaten wil ik indien mogelijk zo snel het kan opvullen. Je verwacht niet anders van een denkende mens toch?

Mijn Tarantinovisie bleef overeind. Het geweld is pertinent aanwezig en niet altijd prettig om naar te kijken, maar opnieuw blijken de gesprekken de sleutel tot het cinematografisch vernuft van deze pelliculetovenaar. ‘Pulp Fiction’ werd door Humo in zijn top 100 der beste films geplaatst. Hoewel hij me zeker niet onberoerd liet, ook door het knappe heen-en-weer bewegen in de tijd, de verrassende door elkaar lopende verhaallijnen en de sterke acteerprestaties van ondermeer een supercoole John Travolta, voel ik niet de behoefte, als bij ‘Django Unchained’ en ‘Unglourious Basterds’, hem nog een keertje af te spelen. Het met de film geassocieerde ‘Misirlou‘ van Dick Dale uiteraard wel, maar dat is dan weer een heerlijk nummer dat je keer op keer uit de bol doet gaan.

Een recent geconstateerd gat in mijn cultuur werd alzo onverwacht snel opgevuld. Inalle bescheidenheid: hulde aan mezelf! Nog 5.321 te gaan.

Reageer hier