Als genre werd de satire door de oude Romeinen ontwikkeld, vormgegeven en benoemd. Lucilius, Horatius en Juvenalis bakenden het af als een in hexameters geschreven gedicht over een aantal welbepaalde onderwerpen.
Varro hield zich aan de oorspronkelijke betekenis van de term saturae (een met allerlei vruchten gevulde schotel, een mengelmoes) en lag aan de basis van de Menippeïsche satire, een afwisselend in proza en poëzie geschreven stuk.
-Toch waren het de Grieken die naar inhoud (het kritiek leveren op personen en toestanden met een belerende inslag) de eerste aanzetten gaven: aanvankelijk werd er veel geschimpt en gescholden op personen van wie men een afkeer had (Archilochus, Hipponax), de echte sociale functie van satire ontstond tegelijk met de opkomst van de Attische komedie, waarvan Aristofanes de eerste exponent was.
Vermits alle Latijnse dichters uit de republikeinse periode Grieks kenden, moeten ze de Griekse voorbeelden gekend hebben en door hen – bewust of niet bewust – beïnvloed zijn.
Als Quintilianus in zijn Institutio Oratoria (10,1,93) dus schrijft “de satire is geheel van ons” (Satira tota nostra est), betekent dat dat alleen de Romeinen de satire als genre op zich hebben gebruikt.
Uitgaande van de ontstaansgeschiedenis van het genre heb ik de intentie om de belangrijkste Latijnse en Griekse auteurs te bespreken: eerst de Latijnse daarna hun Griekse collega’s. Bedoeling is niet een oorspronkelijke visie op het ontstaan van de satire te onwikkelen, wel de schrijvers voor te stellen die aan de wieg van een genre hebben gestaan dat tot doel heeft menselijke zwakheden of maatschappelijke onvolkomenheden op humoristische wijze te hekelen. Deze auteurs worden enkel besproken met betrekking tot hun band met satire.
Inhoud van het boek dat u bij de auteur kunt verkrijgen:
Deel 1: Het oude Rome
Quintus ENNIUS
Gaius LUCILLIUS
Quintus HORATIUS Flacus
Marcus Terentius VARRO
PERSIUS Flaccus
Marcus Valerius MARTIALIS
Decimus Junius JUVENALIS
PETRONIUS Arbiter
Lucius Annaeus SENECA
Deel 2: Het oude Griekenland
ARCHILOCHUS
HIPPONAX
XENOPHANES van Colophon
ARISTOPHANES
LUCIANUS