De zon sijpelt binnen langs de spleet die ik onder het verduisteringsgordijn heb gelaten. Ze kietelt mijn gezicht en aangenaam verbaasd open ik mijn ogen. Nog met enige moeite want het zandmannetje heeft gisterenavond meer dan zijn best gedaan. Ik zie dat Laura de muze heeft meegebracht die me al talloze keren heeft bijgestaan in de jacht op literaire hoogstandjes en muzikale parels. Het maakt me blij, want elke inventieve geest weet hoe belangrijk de muze is in het tot stand brengen van creaties. Zo weet ik als bij toverslag hoe ik bij een lied van drie jaar terug een tweede instrument moet inspelen om het nummer een warmere klank mee te geven. De akkordeon die ik voor enkele maanden in een eerdere song gebruikte manifesteert zich opnieuw als zaligmaker. Ik hoor de melodielijn in mijn hoofd weerklinken alsof kompaan Dirk van folkgroep Zakdoek ze eigenhandig voorspeelt. Hij accentueert het melancholische karakter van de compositie net of hij zich vereenzelvigt met de triestheid van het bestaan op straat.
Soms stel ik me de vraag of er een hogere kracht in het spel is of is dit klinkklare onzin en kan er enkel sprake zijn van een tijdelijk chemisch proces in de hersenen zoals bij mensen met een bijna-doodervaring? Geef toe, het blijft vreemd dat iemand zomaar met een goddelijke ingeving verblijd wordt die hem op weg zet naar iets fraais. Hij hoeft er helemaal geen inspanning voor te leveren, enkel nota nemen. Herman De Coninck sprak over het cadeau krijgen van een versregel of misschien een strofe en de rest is zwoegen, zweten, zeulen. Ik heb het helemaal cadeau gekregen. Dit tussendoor. Maar ik ben dan ook Herman De Coninck niet. Ik spring sito presto uit bed, trek hop hop mijn kleren aan en haast me naar de computer om GarageBand op te starten, want ik weet: maak ik van deze hemelse ingeving niet meteen gebruik vervliegt ze als parfum uit een flacon. Immers, zo werkt inspiratie: je bent ze even snel kwijt als ze gekomen is. Herhaaldelijk is het me geschied: de geniaalste ideeën voelen opborrelen, ze nog even laten bezinken en dan tot de constatering komen dat er te lang getalmd werd om uiteindelijk bij een wit blad te blijven.
Dus zet ik me als de weerwind aan het werk, open het programma, sluit gitaar en keyboard aan, schraap mijn stem en installeer de microfoon. Staat alles klaar voor de Grote Werken? En heb ik de pancarte ‘Genie aan het werk’ aan de deurknop van mijn kamer gehangen om zeker niet gestoord te worden?
De avond valt snel in putje winter en sluit een helse opnamedag af. Tevreden dat ik er terstond werk van heb gemaakt, beluister ik het resultaat van mijn noeste arbeid. Ik weet dat er nog enig sleutelwerk te verrichten valt, maar ben tevreden met deze eerste worp. Ik stuur het resultaat aan een vriend die muzikaal hoge toppen scheert. Hij kan me op weg helpen om mijn solitaire zwoegwerk bij te schaven en te verfijnen.
Sneller dan verwacht belandt het antwoord met de nodige adviezen in mijn mailbox. Het is fijn vrienden te hebben op wie je kan rekenen. Morgen wordt een nieuwe werkdag, maar dat is geen verrassing. Het is ingecalculeerd en inherent aan het creatieve proces. Ik noem het ‘mijn vijldag’. De muze heeft intussen al een poos afscheid genomen, want zij heeft nooit veel tijd en moet talrijke afspraken nakomen. De producer heeft haar plaats ingenomen en zich tot doel gesteld de voorliggende creatie verder te bewerken en via allerhande technieken tot een degelijke compositie te smeden. SoundCloud ontvangt ze welwillend. Al dan niet terecht moet de toekomst uitwijzen, maar uiteindelijk maakt dat niet uit, want het ei is gelegd en of je nu een kip bent of een creatieve duizendpoot, altijd prevaleert de trots.
En nu snel de kerstballen de doos in en de kerstboom de deur uit, want is dat niet gebeurd voor driekoningendag, wachten mij kommer en kwel en een massa narigheid en dat kan ik nu niet hebben.