Bij de voorstelling van ‘Papegaai vloog over de IJssel’ in 2014 vertelde Kader Abdolah dat hij bij de volgende verkiezingen voor Alexander Pechtold van de links-liberale D66 zou stemmen. De voorzitter van deze partij had namelijk sinds zijn politieke opgang zijn steun uitgesproken voor de rechten van de immigrant wat de schrijver diep had getroffen. Een mens kan al eens zijn politieke voorkeur bijstellen, vertrouwde de auteur zijn talrijk opgekomen publiek toe, zelfs al ben je jaren trouw gebleven aan één bepaalde partij.
Abdolah is, zoals algemeen geweten, politiek vluchteling. In 1988 ontvluchtte hij het ayatollahregime in Iran om in Nederland zijn heil te zoeken. Hij slaagde erin op relatief korte termijn de taal machtig te worden en snel werk te publiceren in zijn nieuwe moedertaal. Wekt het verbazing dat de problematiek van de migrant een belangrijke rol speelt in zijn verhalend proza? Puttend uit eigen ervaring schreef hij o.a. ‘De reis van de lege flessen (1997), ‘Het huis van de moskee’ (2005) en ‘Papegaai vloog over de IJssel’. In tegenstelling tot westerse schrijvers die deze thematiek slechts sporadisch in hun romans verwerken, verwoordt de Iraniër de visie van de vluchteling zelf en probeert hij begrip op te wekken voor diens situatie. Zo houdt Abdolah de vinger aan de pols van de samenleving en hangt hij een beeld op van hoe Europa met de vluchtelingenkwestie omgaat. Wie over honderd jaar zijn werk leest, zal een idee krijgen van hoe de westerse wereld de afgelopen dertig jaar met deze exodus uit Afrika en het Midden-Oosten worstelde. Daardoor is deze sympathieke en niet van humor gespeende Iraniër toegetreden tot het ras van geëngageerde schrijvers, waarvoor ik een boontje heb.
In Vlaanderen is het boegbeeld van het maatschappelijke engagement ongetwijfeld Paul Koeck, aan wie ik in de jaren negentig een monografie heb gewijd die nu aan herziening toe is. Vooral in de jaren zestig, zeventig en tachtig schreef de Boomenaar met scherpe pen over thema’s die toentertijd taboe waren. Zo hekelde hij onder andere wantoestanden in de bejaardentehuizen en in de Belgische gevangenissen, wees op de gevaren van kernenergie en klaagde de miserabele situatie van andersvaliden in de gespecialiseerde instellingen aan.
Kader Abdolah’s engagement reikt evenwel verder dan plaatselijke toestanden. Ze is slechts een ijkpunt voor de situatie van de vluchtelingen in de hele Europese unie.
In ‘Papegaai vloog over de IJssel’, steunende op zijn persoonlijke ervaringen in Nederland waar zijn verhaal voor dertig jaar in het asielcentrum van Apeldoorn begon, vertelt hij de wederwaardigheden van een resem vluchtelingen uit verschillende landen en hoe hun integratie in dorpjes met mondjesmaat verloopt. Doorheen de jaren zie je de mentaliteit van de Nederlandse burger veranderen als er zich alsmaar meer vreemdelingen in steden en gemeenten komen vestigen en hoe de houding tegenover die vluchtelingen helemaal omslaat na nine eleven en de moorden op Pim Fortuyn en Theo Van Gogh.
In de verschillende personages in de roman herkennen we figuren als de politica Ayaan Hirsi Ali en bekende Nederlanders als Klazien van den Brink, die met haar kruidenpraatjes op televisie een nationaal icoon werd. Abdolah verwerkte zijn persoonlijke ervaringen in het hoofdpersonage Memed, hoewel hij ervoor zorg heeft gedragen om vereenzelviging met zichzelf tegen te gaan door de man als automecanicien te laten opdraven en hem interesses mee te geven die totaal tegengesteld zijn aan de zijne.
Kader Abdolah lezen is zich een spiegel van de hedendaagse samenleving in de Lage Landen voorhouden. Vooral wie het moeilijk heeft met de evolutie naar een multiculturele maatschappij en de problemen die dat met zich brengt, is het interessant om eens de andere kant van het verhaal te horen, tenminste als hij zich daarvoor wil openstellen.
Kader Abdolah, Papegaai vloog over de IJssel, Prometheus, 400 blz.