“Welkom in Nice”, zei de dame met de rode blouse in een sappig Frans. “Ik heet Leonie en ik breng jullie naar jullie vakantiehuisje.” Ze maakte een lichte buiging en nam de reiskoffers en de beautycase over van Lennart.
De paarse lok op haar voorhoofd stoorde Shirin. Paarse, groene, rode lokken zijn hopeloos passé, vond ze. Fransen horen trendsetters te zijn en geen trends achterna te hollen. Die blouse kon je evenmin grensverleggend noemen en de donkere pantalon leek te suggereren dat ze na de rit naar een cocktailparty ging in plaats van een volgende klant op te pikken.
Ze was ook helemaal het type van taxichauffeur niet. Bij haar weten waren er niet zoveel vrouwelijke chauffeurs en ze stelde ze zich eerder voor als een soort van manvrouwen gekleed in het bedrijfsuniform. En moeten we het dan niet eerder over chauffeuses hebben?
“Vrouwelijke chauffeurs vind je niet zo veel bij ons”, opperde ze.
“Toch wel”, antwoordde Lennart, “je moet ze alleen weten te vinden.”
“Rijdt u al lang?” vroeg ze de Française.
“Niet zo lang, maar ik doe het graag”, zei deze waarop ze de achterklep sloot.
Het klonk niet erg overtuigend, maar Shirin ging er niet op in. Wat kon het haar uiteindelijk schelen?
“Heb ik dat niet mooi geregeld, liefje?”, zei Lennart terwijl hij het portier voor haar openhield. “Als je maanden vooraf boekt, is het een heel stuk goedkoper.”
Er klonk trots in zijn stem. Hij had zijn best gedaan, maar het beknibbelen op alles en nog wat nam iets weg van de magie van het moment.
Ze glimlachte en knikte goedkeurend. Ze mocht niet te streng oordelen. Tenslotte waren ze op gutmachungsmissie en dan laat je je van je beste kant zien en geef je je partner de kans om zich te bewijzen. Hij had haar lang genoeg verwaarloosd. Ze was benieuwd wat hij nu uit zijn mouw had geschud. Hij was altijd een kei geweest in organiseren en uitzoeken van leuke plekjes, restaurantjes en hotels als ze er eens voor enkele dagen op uittrokken. In testaankooptermen zou je kunnen stellen dat hij een goede neus had voor de beste prijs-kwaliteit verhouding, maar zijn fameuze neus had hem intussen al een hele poos in de steek gelaten.
“Ik besef dat mijn carrière veel te lang voorrang heeft gekregen”, zei hij vorige week nog. Dat was een open deur intrappen en het waren zeker niet de kleine cadeautjes die hij af en toe meebracht die haar hadden gesust. Hij vertrok van bij de eerste morgendauw en kwam ‘s avonds na het journaal pas thuis. Uiteraard was hij te moe en afgepeigerd om nog iets te kunnen betekenen en viel pardoes in slaap voor tv.
Zou je denken dat hij in het weekend wel een tripje kon regelen of een restaurant reserveren, had je het helemaal mis, want dan had hij nood aan een uitje met vrienden en op zondagnamiddag was een voetbalwedstrijd de ideale uitlaatklep om de zorgen van op kantoor van zich af te kunnen schudden. Sporadisch een bioscoopje was het maximum haalbare als hij er zin in had.
En daar had hij nu spijt van, bekende hij met trillende stem alsof die tremolo hem geloofwaardigheid moest verlenen.
“Ik heb een weekje Azurenkust geregeld”, zei hij, met diezelfde tremolo die tranen van dankbaarheid moesten opleveren.
Ze gaf toe: het raakte haar en ze voelde wel degelijk een minitraantje in haar linkerooghoek opwellen, maar niet meer dan dat. Ze was ergens geëmotioneerd, maar liet niets merken. Ze hoopte dat deze plotse opflakkering de eerstvolgende weken, maanden een vervolg zou krijgen en het ongemakkelijke gevoel van het afgelopen jaar kon wegmasseren zodat er een nieuwe fase in hun huwelijksleven aanbrak.