Er is veel rumoer rond ‘Godvergeten’ op tv. Terecht. De man in de straat vraagt zich af: hoe is het mogelijk dat dit alles stilzwijgend onder de mat werd geveegd? Hoe kon het leed van zoveel onschuldige kinderen verzwegen worden en meneer pastoor nog altijd ‘meneer’ blijven? Het is de eerste keer niet dat dergelijke feiten aan het licht komen. Er zijn tv-uitzendingen geweest, er werden boeken geschreven, lezingen gegeven, debatten georganiseerd waarin de emoties hoog oplaaiden, maar het verdriet, het schuldgevoel van de slachtoffers blijft. Levenslang. Er heerst een ongemakkelijk sfeertje van: wir haben es nicht gewusst.
Niettegenstaande de terechte woede, de terechte verontwaardiging blijft dat sfeertje hangen, want er zijn nog voldoende zaken waarover we niets weten, die het ene oor in het andere uit gaan, die niet worden aangeklaagd, waaraan niets fundamenteels wordt gedaan: gay-bashing, kinderarmoede, de daklozenproblematiek, de precaire situatie van gehandicapten. Witteboordcriminelen – dat zijn geen criminelen maar handige zakenlui, meneer – blijven fluitend hun zwarte geld in het buitenland parkeren, processen slepen jarenlang aan door vertragingstactieken van geslepen advocaten. Ik doe slechts een greep uit die grote zak van onwelriekende zaakjes en weggemoffeld onrecht die op de vuilnisbelt van de onwetende mensheid werd gedumpt.
Alles passeert geruisloos, de goegemeente weet van niets. Het raakt onze portemonnee niet. We komen er geen boterham mee te kort. We trekken onze ogen een fractie van een seconde wijdopen, we flapperen twee keer met de oren, zijn even van onze melk, maar fleuren snel weer op als ons favoriete spelprogramma op de buis komt. Wél aanhoudende heisa rond plasincidenten, ongefundeerde beschuldigingen van pedofilie en een politica die de taxi neemt in plaats van de fiets. Geen beroering rond het feit dat er lofredes worden afgestoken voor collaborateurs. Alle verhoudingen scheef getrokken. Nuances zijn taboe. De zo geloofde journalistieke ernst ligt uitgeteld in de hoek.
De wereld draait in de soep. We kijken ernaar en we zien het niet.