‘Empathie’ was het eerste woord dat me te binnen schoot toen ik voor de tweede keer de Franse film ‘Les Intouchables’ zag. Toen de film in 2011 in roulatie kwam, genoot ik er met volle teugen van. Je wordt twee uur lang meegesleept met een cinematisch vlot verteld verhaal en niettegenstaande de aangekaarte problematiek verlaat je de bioscoopzaal met een euforisch gevoel en een optimisme waarmee je de wereld aan kan. Verder reikte het niet. Toen hij onlangs op onze openbare zender geprogrammeerd werd, stipte ik hem aan met de bedoeling me nog een keer een avondje lekker te kunnen ontspannen. Deze keer raakte de film me dieper en werd ik me ervan bewust dat hij een sterk gevoel van medeleven in een mens opwekt.
Het onderwerp leent zich er dan ook toe: twee mannen uit een totaal verschillend milieu die door omstandigheden een hechte vriendschapsband smeden en lief en leed met elkaar delen. Er is aan de ene kant Philippe, een welgestelde zakenman, helemaal verlamd op zijn hoofd na vanwege een parapente-ongeval, die op zoek is naar een inwonende verzorger, en aan de andere kant Driss, een werkloze Afrikaanse immigrant met een misdaadverleden, opgegroeid in de Parijse banlieus, die voor de baan komt solliciteren omdat hij nu eenmaal een handtekening nodig heeft om zijn uitkering te kunnen behouden. Philippe, die het moe is betuttelend en vol medelijden behandeld te worden, vat sympathie op voor de onconventionele en niet op zijn mond gevallen kerel en biedt hem een contract aan. Niettegenstaande beide mannen complete tegenpolen zijn, klikt het verrassend goed tussen hen. Philippe ontwaakt uit zijn troosteloze bestaan en voelt zich opleven naast de eigenzinnige en humoristische man die hem eindelijk behandelt als een volwaardig mens terwijl Driss erin slaagt de zware problemen met zijn familie achter zich te laten. Beide mannen stellen zich open en leren van elkaar. Philippe merkt dat er nog een andere, complexloze wereld bestaat en Driss ervaart dat kunst en klassieke muziek binnen zijn leefwereld een plaats kunnen hebben. Zo leren ze elkaar waarderen om wie ze zijn, los van hoe ze door de ander oorspronkelijk werden gezien.
Enkele critici meenden in de film zwaar paternalisme ten opzichte van de gekleurde medemens te ontwaren. Driss zou te clichématig worden voorgesteld: de black man is een grote, gespierde en sportieve kerel, liefhebber van soul en dancemuziek, wat dacht je, en een onverbeterlijke rokkenjager. Hij kan dansen als de beste, is uiteraard te lui om te werken en heeft een schrijnend gebrek aan cultuur, waarop de superieure blanke ingrijpt en hem enige savoir vivre bijbrengt. Wie op deze vooringenomen manier de prent bekijkt haalt natuurlijk zijn gram, maar ikzelf en de miljoenen kijkers hebben dat zeker niet op die manier aangevoeld. De film is een zogeheten feelgoodmovie die de innige vriendschap tussen twee mannen als thema heeft en je met een lach en een traan aangenaam onderhoudt. Nooit heb je de indruk dat er een soort van superioriteitsgevoel van Philippe ten opzichte van Driss meespeelt.
‘Les Intouchables’ betekent ‘de onaanraakbaren’ en verwijst naar een categorie mensen in India die buiten de maatschappij staan. Ze worden uit het kastensysteem geweerd en zijn het voorwerp van meedogenloze discriminatie. Alles wat ze ‘aanraken’ wordt door iedereen gemeden alsof het met een virus besmet werd. Philippe en Driss zijn de onaanraakbaren van onze samenleving: de een omdat hij door zijn zware handicap niet thuishoort in deze prestatiemaatschappij, de ander omdat hij als immigrant een vreemde eend in de westerse bijt is en daarmee dagelijks wordt geconfronteerd.