In de slaapkamer werd ik verwelkomd door een stel kwakende kikkers. Hielden de groene kindjes van de buurman een feestje of uitten ze eerder hun frustratie omdat ze overdag niet gehoord werden vanwege de toeterende transistor van hun tuinierend baasje? Het concert was reeds in de vooravond van start gegaan toen ik naar het journaal begon te kijken, en blijkbaar hadden de sympathieke diertjes besloten om er voor de rest van de nacht een vervolg aan te breien. Een aardje naar hun vaartje zouden we zeggen mochten we de beestjes menselijke eigenschappen toedichten.
Van menselijke gelijkenissen gesproken: de overbuurvrouw kwaakt ook graag. Ze kan geregeld gespot worden harkend in de voortuin of op de knieën weerbarstig onkruid van tussen de klinkers van de oprit schrapend. Telkens iemand het waagt om voorbij te stappen, al is het aan de overkant van de straat, hoor ik haar enthousiaste gekwaak weerklinken. Ik geef toe: ik druk me oneerbiedig uit. Mijn overbuurvrouw houdt gewoon van een praatje maken. Ze heeft een hogere opleiding genoten en spreekt keurig Nederlands als een onbekende wandelaar nietsvermoedend haar woning passeert. Even goed schakelt ze spontaan over naar de streektaal als een local van de even verderop gelegen winkel terugkeert. Maar kwaken doet ze niet.
Mannelijke kikkers kwaken om vrouwtjes te imponeren. Dit ritueel voltrekt zich in de maand mei en kan tot eind juni aanslepen. Paartijd heet dat. De pauw probeert het vrouwtje met zijn veelkleurige staart te verleiden terwijl de flamingo zijn dansmoves demonstreert. De chimpansee rent als een dolleman in het rond terwijl hij als een volleerd paukenslager op zijn borst ramt en het edelhert burlt en gaat een geweigevecht aan met een rivaal.
Voor de mens duurt de paartijd een heel jaar. Hij kwaakt of burlt niet. Hoewel sommige mannelijke exemplaren aan de toog van hun stamcafé of op de receptie van een trouwfeest toch op luidruchtige wijze de aandacht van vrouwelijke vrijgezellen proberen te vangen. In extreme gevallen durven ze wel eens hoofd aan hoofd te staan. Hij blinkt doorgaans niet uit door het showen van opzichtige kledij, op enkele fatterige soortgenoten na. Eerder zal hij paraderen met zijn op krediet verworven Mustang of Porsche.
De menselijke tegenhanger valt op door het debiteren van seksueel geladen grappen en stoerdoenerij, omdat hij ervan overtuigd is dat machogedrag nog steeds de meest aangewezen tactiek is om in het bed van geïmponeerde vrouwtjes te belanden. Quod erat demonstratum.
De kikkers hoeven mij heus niet te imponeren. Ik wil gewoon slapen.